28 niet-begeleide jonge vluchtelingen geven we bed, bad, brood en begeleiding

Het verhaal van Olga Struyf, sociaal werker bij Fedasil Arendonk en regiocoördinator van verschillende opvangcentra, lokale opvanginitiatieven en leefgroepen.

“Families sturen hun jonge kinderen de wereld in voor een beter leven.”

“Ik werkte de voorbije 11 jaar in het opvangcentrum van Fedasil in Arendonk, specifiek bij de niet-begeleide minderjarigen. Een heel kwetsbare groep. Die jongens uit onder andere Syrië, Afghanistan, Irak en Eritrea zijn door hun familie naar het beloofde land gestuurd, soms al op hun twaalfde.”

“Ze werden meegenomen door mensensmokkelaars en zwierven lange tijd rond. Sommigen werden onderweg gevangengenomen of gedwongen tot arbeid. Sommigen werden geslagen en misbruikt. En wanneer ze na al die omzwervingen hier aankomen, blijkt dat beloofde land niet zo rooskleurig. Ze moeten van nul af aan starten, alleen, in een omgeving die hen vaak niet vertrouwt.”

“Mensen sterker maken en een stem geven: zo maken we het verschil.”

“Wat kunnen we doen als sociaal werkers? Die jongens sterk genoeg maken om hun eigen pad uit te stippelen en voor zichzelf te leren zorgen. En dat begint bij luisteren. Wat willen de jongeren zelf? Welke frustraties leven er? Wat hebben ze onderweg meegemaakt?”

“We bereiden die jongens erop voor dat ze hard zullen moeten werken en dat ze zich zullen moeten bewijzen. Want de samenleving is hard voor nieuwkomers. Maar de veerkracht van die jongens is enorm.”

“Onlangs kwam ik een van mijn vroegere jongens uit het opvangcentrum tegen. Toen was het een 16-jarige vol boosheid, nu is het een volwassen man, een trotse papa. Op zulke momenten groei ik een paar centimeter. Dat geeft mij de energie om te blijven gaan.”

“Die jongens vallen tussen de mazen van het zorgnet.”

“Naast die veerkracht is er uiteraard ook miserie. Veel jongeren lijden onder hun trauma’s. Er zijn er een paar die aan zelfverminking doen en anderen die een poging tot zelfdoding achter de rug hebben. Ik besef ook meer en meer dat niet iedereen zich kan aanpassen aan de wereld hier en dan moeten we daar ook eerlijk in zijn. Dus als ik iets mag wensen, dan is het aangepaste hulpverlening en omkadering voor alle jongeren, ook na de positieve beslissing dat ze in België mogen blijven.”

“Nu verwachten we van zo’n getraumatiseerde jonge gast van 16 jaar dat die op eigen benen staat, dat die zelf een woning en werk zoekt. Zie jij het je eigen puber al doen? Als sociaal werkers kloppen we overal aan voor ondersteuning. Maar die jongens vallen tussen de mazen van het zorgnet. We botsen op de grenzen van het systeem. En dan komen ze op straat terecht, zonder banden met familie of vrienden. Ze moeten verdorie sterk zijn om te overleven.”

“Er is altijd erkenning en dankbaarheid.”

“Welke rugzak die jongens ook hebben, er is altijd erkenning en dankbaarheid. Als ik sommigen na jaren tegenkom, spreken ze mij aan: ‘Je was er altijd voor mij, al maakte ik het je nog zo moeilijk’. Je voelt daarin ook de balans die je als sociaal werker moet bewaken: de balans tussen dichtbij zijn en afstand houden. Tussen een thuis geven en controleren.”

“In woonblok 6 verloor ik mijn hart voor de job.”

“Een opvangcentrum is een wereld op zich. En die wereld start voor mij in woonblok 6, het blok van de niet-begeleide minderjarigen in Arendonk. Daar verloor ik mijn hart voor de job. In crisisperioden komen er extra slaapplaatsen bij – soms in tijdelijke units of tenten. Op het drukste moment verbleven er in Arendonk zelfs 80 minderjarigen. Als opvangcentrum moet je voortdurend creatief en flexibel zijn, want je wilt in elke situatie kwaliteitsvolle opvang bieden. Momenteel geven we 28 jonge vluchtelingen bed, bad, brood en begeleiding.”

“Er zit een beestje in mij dat mij terug naar het vluchtelingenwerk trekt.”

"Ik heb ooit een jaar iets helemaal anders gedaan, weg van Fedasil. Maar er zit een beestje in mij dat mij terug naar het vluchtelingenwerk trekt. 11 jaar lang was dat op het terrein: tussen de sociaal werkers en de jongens. Daar zit voor mij de essentie van het sociaal werk: kwetsbare mensen wegwijs maken, en hen kracht en een stem geven.”

“Vandaag draag ik mijn steentje op een andere manier bij, als regiocoördinator van enkele opvangcentra, opvanginitiatieven en leefgroepen, en daar ben ik heel dankbaar voor. Want in die functie kan ik de noden op het terrein vertalen naar het beleid en heb ik ook meer zicht op samenwerkingen, bijvoorbeeld met de lokale opvanginitiatieven en partnerorganisaties zoals het Rode Kruis. Daarnaast bewaak ik mee de kwaliteit en efficiëntie van de opvang en ik geef via opleidingen mijn ervaringen door aan de nieuwe collega’s. Het is mijn manier om de veerkracht van en de verbinding tussen alle collega’s en bewoners in de opvangcentra te voeden.”

Foto campagnemateriaal

Toon de kracht van sociaal werk

Ook jij kan de campagne mee helpen verspreiden: deel de straffe verhalen uit de campagne en toon de kracht van sociaal werk. Er zijn affiches, materiaal voor op sociale media, filmpjes, banners,...

Download campagnemateriaal

Brecht

"9 volwassenen leer ik dit schooljaar lezen en schrijven."       

Bekijk het interview

Erina

"41 mensen met dementie hielp ik het afgelopen jaar"

Bekijk het interview

Sajmir

"25 mensen vonden via mij een passende job."

Bekijk het interview

Tim

"94 jongeren die uit de boot vallen, hielpen wij in 2023 vooruit."

Bekijk het interview

Olga

"28 niet-begeleide vluchtelingen geven wij bed, bad, brood en begeleiding."

Bekijk het interview

M'hamed

"25 vaders en jongeren werken met mij aan een betere wijk."

Bekijk het interview