Ook Zorginspectie speelt een rol in het beleid met betrekking tot vrijheidsbeperkende maatregelen. Dit thema kan aan bod komen in alle sectoren tijdens inspecties als reactie op klachten en ernstige gebeurtenissen.

Tot eind 2025 worden de voorzieningen ondersteund om de multidisciplinaire richtlijn (MDR) met betrekking tot afzondering en fixatie in de brede residentiële jeugdhulp en de residentiële geestelijke gezondheidszorg te implementeren (zie luik Vorming en ondersteuning). De herziening van het luik over afzondering en fixatie in het Decreet Rechtspositie van de minderjarige zal van kracht worden drie jaar na de publicatie van het decreet in het Belgisch Staatsblad, waarschijnlijk in 2027. Daarom zal Zorginspectie zich in die periode als volgt opstellen:

  • In de sector van de zorg en ondersteuning voor personen met een handicap, zowel voor minder- als meerderjarigen, maakt het onderwerp van vrijheidsbeperkende maatregelen al langer deel uit van reguliere inspecties. Deze inspecties zullen worden voortgezet, inclusief het thema van vrijheidsbeperkende maatregelen.
  • In andere sectoren, zoals jeugdhulp, woonzorg, welzijn en gezondheidsvoorzieningen, wordt het toezicht van Zorginspectie met betrekking tot vrijheidsbeperkende maatregelen bepaald door specifieke afspraken met elke sector. Als het nodig blijkt om vóór 2026 (voor de implementatie van MDR) of vóór 2027 (wanneer het nieuwe DRM van kracht wordt) specifieke inspecties over vrijheidsbeperkende maatregelen uit te voeren in deze sectoren, zal Zorginspectie hierover van tevoren communiceren met de betrokken sector(en).

Afhankelijk van de resultaten van werkgroepen en verder onderzoek is het mogelijk dat Zorginspectie haar werkwijze en beoordeling aanpast. In dat geval zal Zorginspectie ook communiceren met de betrokken sector(en).

Thematische inspectieronde 2016-2018

Tussen 2016 en 2018 heeft Zorginspectie, mede vanwege de grondrechtelijke, maatschappelijke en politieke bekommernissen een intersectorale inspectieronde uitgevoerd. Deze inspectieronde had als doel om inzicht te verkrijgen in de praktijk en het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen in diverse sectoren en voorzieningen waar minderjarigen worden opgevangen.

Deze inspecties vonden plaats in:

Voor de internaten met permanente openstelling en de medisch-pedagogische instituten van het gemeenschapsonderwijs werden (nog) geen specifiek thematische inspecties georganiseerd.

Uit de inspectierondes kwamen destijds heel wat signalen naar boven:

  • Vrijheidsbeperkende maatregelen worden nog te vaak toegepast en met te weinig motivatie. Er moet (nog) meer gezocht worden naar alternatieven. Tegelijk zijn er ook goede praktijken.
  • Er is een onduidelijk of onvoldoende kader van wat al dan niet kan.
  • Er is begripsverwarring in de terminologie, er is nood aan eenzelfde begrippenkader en definities.
  • Er is nood aan eenduidige registratie. Kwalitatieve registratie is van cruciaal belang om betrouwbare gegevens te verzamelen over de frequentie waarmee vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast. Deze registratie vormt ook de basis voor interne analyse en verbeteringsprocessen.
  • Er is een behoefte aan vorming en ondersteuning voor professionals in de hulpverlening.
  • Een aantal belangrijke randvoorwaarden - zoals (aan)gepaste infrastructuur en voldoende en gepast geschoold personeel - zijn niet altijd vervuld.

De bevindingen van deze sectoroverschrijdende inspectierondes waren een goede aanzet om het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen in (semi-)residentiële zorg, hulp en ondersteuning tegen het licht te houden en heeft geleid tot meerdere beleidsinitiatieven.