Wie wordt geïnspecteerd?

Zorginspectie inspecteert regelmatig de organisaties die erkend, vergund of gesubsidieerd zijn door het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Ook inspecteert Zorginspectie personen met een handicap die gebruik maken van een persoonlijk budget of van hulpmiddelen.  

Types inspecties

Bij een inhoudelijke inspectie gaat de inspecteur na of de dagelijkse werking van een organisatie overeenkomt met wat bepaald is in de kaders. Dit zijn de reglementeringen, referentiekaders, kwaliteitseisen… Zorginspectie zoomt vooral in op wat de kwaliteit van de geboden zorg het meest (positief en negatief) beïnvloedt. Zorginspectie is actief in een groot aantal sectoren, met elk hun specifieke kenmerken. Daarom kan de methodiek verschillen van sector tot sector. Een individuele onthaalmoeder inspecteren we bijvoorbeeld anders dan een algemeen ziekenhuis. Bij organisaties leest u hier meer over.

Zorginspectie is ook bevoegd voor het financieel toezicht op een ruime waaier aan welzijns- en gezondheidsvoorzieningen. Aan de hand van een financiële inspectie kan Zorginspectie onder meer nagaan of voorzieningen en hun inrichtende machten financieel gezond zijn, of subsidies correct aangewend worden en of gebruikersbijdragen correct gehanteerd worden.

Daarnaast inspecteert Zorginspectie ook het gebruik van persoonlijke budgetten en hulpmiddelen door personen met een handicap.

Vaste kenmerken van een inspectie

De inspecties van de Zorginspectie worden steeds gekenmerkt door volgende elementen:

  • elke inspectie is een momentopname. De vaststellingen zijn gebaseerd op wat er tijdens de inspectie vastgesteld wordt. Dit kan via:
    • bevraging van medewerkers en verantwoordelijken
    • inzage in documenten
    • inspecteren van de lokalen die gebruikt worden door de organisatie
    • gesprekken met bewoners, patiënten, jongeren… (indien mogelijk)
  • de inspecteur bespreekt zijn vaststellingen, zowel positieve als negatieve, steeds met zijn gesprekspartner(s) en geeft hen daarbij de kans om vaststellingen toe te lichten, te nuanceren of verder uit te leggen.  
  • een inspectie gebeurt aan de hand van een gestandaardiseerd inspectie-instrument.De inspecteur kan zo beoordelen of de organisatie aan de regelgeving en kwaliteitseisen voldoet. Informatie wordt op een gestructureerde en afgestemde manier verzameld tijdens het inspectiebezoek.

Meer informatie over de rechten en plichten van de inspecteur vind je in het toezichtdecreet

Het inspectieverslag

Doel van het inspectieverslag

De bevindingen van ieder inspectiebezoek staan in een inspectieverslag. Het doel van dit verslag is:

  • de vaststellingen en het oordeel van de inspecteur schriftelijk weergeven (bijvoorbeeld: voldoet de geïnspecteerde aan de regelgeving?)
  • de organisatie of gebruiker schriftelijk op de hoogte brengen van de vaststellingen en het oordeel
  • aan de inhoudelijk bevoegde entiteit rapporteren. De inhoudelijk bevoegde entiteiten zijn het agentschap Zorg en Gezondheid, Opgroeien (Kind & Gezin en Jeugdhulp), het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of het Departement Welzijn en Volksgezondheid en Gezin.
  • andere betrokken lezers informeren. Dit zijn onder andere burgers die inspectieverslagen in het kader van de openbaarheidswetgeving willen raadplegen. Het informeren van andere betrokken lezers kan enkel voor inspecties bij organisaties, niet voor inspecties in het kader van een persoonlijk budget of hulpmiddelen, en dit omwille van privacyredenen.
  • knelpunten signaleren. Een inspectiedienst is het instrument bij uitstek om tekortkomingen, leemten en/of gebreken in regelgeving bloot te leggen. Zorginspectie heeft dan ook de opdracht om knelpunten te signaleren aan de overige entiteiten van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Zorginspectie moedigt de organisaties aan om met gebruikers open te communiceren over haar vaststellingen. Voor alle vragen over de inspecties kan u contact opnemen met contact.zorginspectie@vlaanderen.be.

Ontwerpverslag en definitief inspectieverslag

Na een inspectiebezoek ontvangt de geïnspecteerde organisatie of persoon het ontwerpverslag met de vaststellingen van de inspectie.

De organisatie of gebruiker kan binnen 14 kalenderdagen schriftelijk reageren via reactie.zorginspectie@vlaanderen.be. Een inspectieverslag wordt daarom pas definitief nadat de geïnspecteerde organisatie of gebruiker de kans gekregen heeft om te reageren op onjuistheden die in het inspectieverslag zouden zijn geslopen. Dit zijn bijvoorbeeld feitelijke vergissingen, een onduidelijk omschreven vaststelling, een foutief mailadres... 

De inspecteur beslist of het ontwerpverslag al dan niet wordt aangepast op basis van de reactie. Wordt geen reactie ingediend of leidt de reactie niet tot wijzigingen, dan is het ontwerpverslag meteen ook het definitieve verslag.

Na elke inspectie bezorgt Zorginspectie haar bevindingen en de eventuele reactie aan de bevoegde entiteit van het beleidsdomein WVG. Zij beslissen of er gevolgen zijn voor de verdere erkenning, vergunning of toekenning van subsidies. Het feit dat er een duidelijke rolverdeling is (inspectie wordt gescheiden van verdere beslissingen) wordt functiescheiding genoemd.

Overzichtsrapporten

Zorginspectie stelt haar kennis en terreinexpertise ter beschikking van de beleidsonder­steuning. Naast de rapportering over individuele voorzieningen, neemt Zorginspectie de taak op zich om een beeld te schetsen van een hele sector of van een bepaalde problematiek op basis van inspectievaststellingen.

Zorginspectie wil ook de burger informeren over haar vaststellingen naar aanleiding van haar inspecties in Vlaamse zorgvoorzieningen. Zo wil Zorginspectie een bijdrage leveren aan transparantie over de kwaliteit van zorg in deze voorzieningen.