Wie wordt geïnspecteerd?

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) subsidieert persoonlijke budgetten voor minderjarigen en volwassenen.

  • minderjarige personen met een handicap krijgen een persoonlijk assistentiebudget (PAB) van het VAPH. Dit budget wordt gegeven aan de persoon met een handicap of aan zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger. Hiermee kan assistentie voor hulp in het dagelijks leven (thuis of op school) georganiseerd en gefinancierd worden.
  • voor volwassen personen met een handicap is dit het persoonsvolgend budget (PVB). Dit is een budget op maat waarmee de persoon met een handicap zorg en ondersteuning kan inkopen binnen het eigen netwerk, bij vrijwilligers, bij individuele begeleiders, bij professionele zorgverleners en bij, door het VAPH vergunde, zorgaanbieders.

Het VAPH kan ook tussenkomen in de kosten voor hulpmiddelen en aanpassingen aan een woning. Deze tussenkomst duiden we aan als Individuele Materiële Bijstand of IMB. De personen die dergelijke persoonlijke budgetten krijgen van het VAPH worden geïnspecteerd door Zorginspectie. U vindt meer informatie over persoonlijke budgetten en over hulpmiddelen op de website van het VAPH.

Hoe verloopt een inspectie door Zorginspectie?

Verwittiging

Een dergelijke inspectie gebeurt in principe aangekondigd. De afspraak wordt na telefonische contactname per brief bevestigd. Enkel in uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld in het kader van een klachtonderzoek, kan de inspectie onaangekondigd gebeuren.

Reden van inspectie

Een inspectie kan plaatsvinden op initiatief van Zorginspectie of op basis van een vraag of opdracht van het VAPH. 

Waar

Een inspectie van een persoonlijk budget of van hulpmiddelen vindt steeds plaats bij de persoon met een handicap. Indien het beheer van het persoonlijke budget gebeurt door een voorlopige bewindvoerder, kan een deel van het inspectiebezoek op het kantoor van de bewindvoerder doorgaan.

Focus

Een inspectie van een persoonlijk budget of van hulpmiddelen focust op de vraag of de inzet van de middelen overeenstemt met de geldende regelgeving en richtlijnen waaraan een gebruiker van een persoonlijk budget of van hulpmiddelen zich moet houden.

Verloop

Tijdens het inspectiebezoek spreekt de inspecteur met de persoon met een handicap en/of zijn vertegenwoordiger. Beschikt de persoon met een handicap over een persoonlijk budget, dan kan de inspecteur ook met de persoonlijk assistent(en) spreken.

Bij elk inspectiebezoek komen volgende elementen terug:

  • de inspecteur vraagt om een aantal aspecten in verband met de toepassing van de regelgeving aan te tonen (bijvoorbeeld het voorleggen van een betalingsbewijs van een bepaalde uitgave betaald met het persoonlijk budget)
  • de inspecteur bespreekt zijn vaststellingen, zowel positieve als negatieve, altijd met zijn gesprekspartner(s) en geeft hen daarbij de kans om vaststellingen toe te lichten, te nuanceren of verder uit te leggen
  • een inspectie gebeurt altijd aan de hand van een gestandaardiseerd werkdocument opgemaakt op basis van artikels uit de regelgeving. Dit betekent dat bij elk inspectiebezoek dezelfde basisvragen worden gesteld.

Meer informatie over het actuele inspectie-instrument voor toezicht op het persoonlijk budget. Voor alle vragen bij de inspecties in gehandicaptenzorg kan u contact opnemen met contact.zorginspectie@vlaanderen.be.

Wat leest u in het verslag?

De bevindingen van ieder inspectiebezoek staan in een inspectieverslag. Hier een voorbeeldverslag. Het doel van dit verslag is:

  • weergeven welke van de geïnspecteerde elementen in orde zijn en welke niet. Dit komt tot stand doordat de vaststellingen afgewogen worden ten opzichte van de regelgeving
  • de budgethouder of de gebruiker van de hulpmiddelen schriftelijk op de hoogte brengen van de vaststellingen en het oordeel
  • rapporteren aan VAPH

Wat na de inspectie?

Na het inspectiebezoek ontvangt de budgethouder of de gebruiker van de hulpmiddelen het ontwerpverslag met de vaststellingen. Een inspectieverslag van Zorginspectie wordt pas definitief nadat de geïnspecteerde budgethouder of gebruiker van de hulpmiddelen de kans gekregen heeft om te reageren op onjuistheden in het inspectieverslag. Op deze manier wil Zorginspectie ook de kwaliteit van de eigen verslaggeving opvolgen en verbeteren.

Het definitieve verslag wordt bezorgd aan het VAPH. Het VAPH staat in voor de verdere opvolging van de vaststellingen uit het inspectieverslag. Het VAPH beslist ook wat er met de persoonlijke budgetten en hulpmiddelen gebeurt, op basis van onder andere de vaststellingen van Zorginspectie en het eigen dossier.