Waarom is dit belangrijk?

Binnen de woonzorg en de geestelijke gezondheidszorg wordt extra ingezet op buurtgerichte zorg om de zorg dicht en laagdrempelig tot bij de zorgbehoeftigen te brengen.

In de eerstelijnszone (zie ‘Reorganisatie van de eerstelijnszorg in Vlaanderen’) brengen lokale besturen, woonzorgcentra, diensten voor gezinszorg, lokale dienstencentra, psychologen, huisartsen, thuisverpleegkundigen, kinesitherapeuten, apothekers, maatschappelijk werkers en andere zorgverleners de noden in kaart en werken ze samen aan een actieplan.

Woonzorgvoorzieningen en verenigingen hebben de expliciete opdracht om mee te werken aan buurtgerichte zorg en om deze te faciliteren. Buurtgerichte zorg wordt daarbij gedefinieerd als “de zorg die erop gericht is de sociale cohesie te versterken, vragen naar zorg en ondersteuning uit de buurt op te vangen, gebruikers indien nodig toe te leiden naar gepaste zorg en ondersteuning of die zelf op te nemen, maar ook de buurt actief te betrekken bij de werking van de voorziening door een actieve samenwerking op lokaal vlak, afgestemd met het lokaal sociaal beleid, onder regie van het lokaal bestuur.”

Ook in de geestelijke gezondheidszorg is het lokale niveau belangrijk voor het opzetten van een buurtgerichte werking. Dit moet bijdragen aan de werkelijke inclusie van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen in de samenleving.  Zij ervaren immers nog steeds een stigma en discriminatie.

Wat kan het lokale bestuur doen?

Het lokaal bestuur kan een faciliterende rol spelen in de uitbouw van buurtgerichte zorg. Buurtkracht komt immers niet meteen. Het vergt een duurzame inzet en ondersteuning, maar vooral ook een paradigmashift: de professionele hulpverleningslogica moet plaatsmaken voor een samenwerkingslogica.

De lokale dienstencentra worden sterk geprofileerd als basisvoorziening. Lokale dienstencentra hebben o.a. een signaalfunctie naar het lokaal bestuur en ze bieden zelf of in samenwerking met lokale verenigingen of het lokale bestuur informatieve, recreatieve en vormende activiteiten aan. Elk lokaal dienstencentrum is uniek en de dienstverlening moet aangepast zijn aan de context van de buurt. Verscheidenheid bij de invulling van de opdracht is net de kracht van de dienstencentra en wijst op de goede inbedding in de buurt. Hierbij is het lokaal sociaal beleid, als onderdeel van de meerjarenplanning van het lokaal bestuur, mee richtinggevend. Het lokaal dienstencentrum geeft input in functie van de inhoud van het plan en draagt bij tot de uitvoering ervan. Overleg en co-creatie met lokaal actieve verenigingen en organisaties zijn hieraan inherent. Het lokaal dienstencentrum krijgt daarbij een belangrijke rol in het voorkomen van (toenemende) zorgafhankelijkheid door het bevorderen en ondersteunen van zelfregie, participatief werken, empowerment, ontmoeting en sociaal contact. Door haar laagdrempeligheid en nabijheid heeft het lokaal dienstencentrum de mogelijkheid het informele en formele met elkaar te verbinden en zo haar gebruikers de juiste ondersteuning te bieden of hiernaar toe te leiden.

Om tot een werkelijke inclusie te komen van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen in de samenleving, is het nodig dat het lokale beleid mee de implementatie van destigmatiseringscampagnes ondersteunt. Voorbeelden zijn: de campagne Leef zonder filter, de campagnes en andere initiatieven van Te Gek!?. Ook de Werelddag Geestelijke Gezondheid, elk jaar op 10 oktober, is een moment waarop er op lokaal niveau heel wat activiteiten gebeuren om geestelijke gezondheid bespreekbaar te maken en burgers te betrekken bij dit thema. Het is belangrijk dat lokale besturen hier blijvend aan participeren en activiteiten opzetten of mee mogelijk te maken.

Van het lokale bestuur, de lokale verenigingen en organisaties, verwachten we ook dat ze actief de betrokkenheid van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen bij hun activiteiten stimuleren om tot herstel en inclusie te kunnen komen.

Welke ondersteuning biedt de Vlaamse overheid?

In de geestelijke gezondheidszorg wordt met steun van de Vlaamse overheid de methodiek ‘Kwartiermaken’, die net deze inclusie op individueel patiëntniveau in de concrete leefomgeving van de patiënt wil waarmaken, uitgetest in 2 lokale regio’s. Kwartiermaken zet in op de tolerantie van de maatschappij, maakt de maatschappij als het ware ‘klaar’ om het ‘anders dan gewone’ in te sluiten in nauwe samenwerking met opbouwwerk, wijkwerking ... De Vlaamse overheid beoogt deze methodiek na de testfase in heel Vlaanderen te kunnen verspreiden.

Om werkelijk tot inclusie te komen, kunnen de lokale besturen en verenigingen en informele en vrijwillige zorg het grootste verschil maken. Daarbij moet er ondersteuning vanuit de meer gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg beschikbaar en snel inzetbaar blijven. De Vlaamse overheid zal er mee voor zorgen dat die brug wordt gemaakt.

Bevoegde administratie

Agentschap Zorg en Gezondheid