Inspectie van vrijheidsbeperkende maatregelen op K-diensten van algemene en psychiatrische ziekenhuizen

Sinds 2016 is Zorginspectie gestart met een inspectieronde waarbij de aandacht gaat naar

  • de uitvoeringspraktijk van vrijheidsbeperkende maatregelen
  • het preventief beleid rond vrijheidsbeperkende maatregelen
  • het verbeterbeleid dat op dat vlak gevoerd wordt

Tijdens de eerste fase van deze inspectieronde (2016-2017) richtte Zorginspectie zich op de doelgroep van minderjarigen in psychiatrische afdelingen. De diensten van algemene en psychiatrische ziekenhuizen die zijn toegespitst op de observatie en behandeling van kinderen worden K-diensten genoemd.

Wat werd geïnspecteerd door Zorginspectie?

Tijdens de eerste fase van de inspectieronde werden bezocht:

  • alle afdelingen voor kinderpsychiatrie, zowel in algemene als psychiatrische ziekenhuizen
  • de afdelingen voor forensische kinderpsychiatrie, waar kinderen en jongeren worden opgenomen die vanuit een complexe psychiatrische problematiek grensoverschrijdend of delictgedrag vertonen

In de afdelingen voor forensische kinderpsychiatrie die als federaal pilootproject zijn opgericht, werden de specifieke voorwaarden waaraan deze pilootprojecten moeten voldoen niet geïnspecteerd. Voor deze afdelingen was de invalshoek de kwaliteit van zorg met betrekking tot de toegepaste vrijheidsbeperkende maatregelen.

Deze inspectieronde had als doel:

  • zicht te krijgen op een belangrijk deelaspect van de kwaliteit van zorg
  • knelpunten te kennen en te objectiveren
  • zien welke good practices inspirerend kunnen werken
  • het verbeterbeleid aan te wakkeren of de sector te ondersteunen in zijn verbeterbeleid
  • het aantal vrijheidsbeperkende maatregelen te doen dalen tot een strikt minimum
  • te rapporteren aan de sector over de stand van zaken
  • te rapporteren aan de burgers
  • input te geven voor eventuele aanpassingen in het referentiekader voor de (psychiatrische) ziekenhuizen over het onderwerp vrijheidsbeperkende maatregelen
  • input te geven voor de opmaak van een sectoroverschrijdend referentiekader over dit onderwerp

Hoe inspecteerde Zorginspectie?

De inspecties gebeurden tussen december 2016 en maart 2017.

In de aanloop van de effectieve inspectiebezoeken:

  • werd tijdens de zomer van 2016 een online bevraging georganiseerd. Het doel daarvan was:
    • een eerste kijk te krijgen op het thema
    • gegevens op te vragen die niet bij elke medewerker van de afdeling gekend zijn, om zo mogelijke problemen bij het onaangekondigd inspecteren te ondervangen. De voorzieningen kregen in oktober 2016 een terugkoppeling over alle verzamelde gegevens.
  • vonden in september 2016 proefinspecties plaats in twee afdelingen. In functie hiervan werd het inspectie-instrument aangepast waar nodig.
  • was er in oktober 2016 een overlegmoment voor de betrokken ziekenhuizen waarbij toelichting werd gegeven over:
    • de belangrijkste onderwerpen
    • de inspectiemethodiek
    • de manier waarop afdelingen zich kunnen voorbereiden
    • de evaluatie van de proefinspecties

Hoe verliepen de inspectiebezoeken?

De inspecties ter plaatse gebeurden onaangekondigd om zo beter zicht krijgen op de dagelijks geleverde zorg.

Om het onaangekondigd inspecteren zo vlot mogelijk te laten verlopen, en met de minst mogelijke hinder voor de werking van de afdelingen, stelden de inspecteurs zich extra flexibel op. Belangrijk was dat de zorg niet in het gedrang kwam tijdens de inspecties. De ziekenhuizen hadden op voorhand een overzicht van de documenten gekregen die ze voor het inspectiebezoek konden klaar leggen.

De inspectievaststellingen waren gebaseerd op:

  • gesprekken met medewerkers
  • gesprekken met patiënten
  • inzage in patiëntendossiers
  • controle van procedures
  • nazicht van cijfergegevens en vergaderverslagen

Ter ondersteuning van de gesprekken met patiënten en medewerkers voorzag Zorginspectie een infofolder voor medewerkers, patiënten en hun ouders/familie. De gesprekken met patiënten gingen over een aantal vooraf vastgelegde onderwerpen.

Zorginspectie engageerde zich, zoals steeds, tot het zorgvuldig omgaan met patiëntendossiers.

Bij de inspectiebezoeken en in de verslaggeving werden een aantal definities en uitgangspunten gebruikt. Deze zijn gebaseerd op (inter)nationale richtlijnen die gebruikt werden als achtergrond en onderbouw van het inspectie-instrument.

Voor alle vragen over de inspectieronde “vrijheidsbeperkende maatregelen” kan u contact opnemen met contact.zorginspectie@vlaanderen.be.

Wat leest u in het verslag?

Doel van het inspectieverslag

De bevindingen van ieder inspectiebezoek staan in een inspectieverslag. Het doel van dit verslag is:

  • het weergeven van de vaststellingen en het oordeel of de organisatie voldoet aan de geïnspecteerde regelgeving
  • via dit verslag de organisatie schriftelijk op de hoogte brengen van de vaststellingen en het oordeel
  • rapporteren aan het Agentschap Zorg en Gezondheid
  • informeren van andere betrokken lezers, o.a. burgers die verslagen in het kader van de openbaarheidswetgeving willen raadplegen

Publicatie van de inspectieverslagen

Zorginspectie stimuleert ziekenhuizen om hun inspectieverslag zélf openbaar te maken, en daarbij ook aan te geven op welke manier ze aan de slag gaan met de inspectievaststellingen.

Daarnaast publiceerde Zorginspectie op de website de inspectieverslagen m.b.t. vrijheidsbeperkende maatregelen bij minderjarigen in psychiatrische afdelingen, na afronding van het inspectietraject.

Zorgvuldigheidsmaatregelen 

Zorginspectie hanteerde zorgvuldigheidsmaatregelen in de verslagen én in de inspectiemethodiek.

  • definities en uitgangspunten werden vooraf gecommuniceerd zodat op voorhand duidelijk was wat Zorginspectie kon inspecteren
  • Zorginspectie zorgde maximaal voor standaardisatie in de inspectiemethodiek
  • de inspectievaststellingen waren concreet, helder en objectief, vooral dankzij het gebruik van uniforme inspectievragen, door de nadruk op afstemming tussen de inspecteurs en omwille van het expliciet aftoetsen van de vaststellingen bij de geïnspecteerden zelf
  • in het verslag werd maximaal naar uniformiteit gestreefd
  • Zorginspectie vermeldde geen namen; enkel functietitels werden opgenomen in de verslagen
  • elk verslag is voorzien van een leeswijzer. Daarin kan men meer terugvinden over het opzet en de context van de inspectie
  • Zorginspectie trachtte een zo duidelijk mogelijke taal te hanteren en enkel jargon te gebruiken waar het onvermijdelijk was

Wat na de inspectie?

Na het inspectiebezoek ontving de organisatie het ontwerpverslag met de vaststellingen. Een inspectieverslag van Zorginspectie wordt pas definitief nadat de geïnspecteerde organisatie de kans gekregen heeft om te reageren op onjuistheden in het inspectieverslag. Op deze manier wil Zorginspectie ook de kwaliteit van de eigen verslaggeving opvolgen en verbeteren.

Het definitieve verslag en de (eventuele) reactie werden bezorgd aan het de bevoegde entiteit van het Departement Zorg. Deze staat in voor de verdere opvolging van de vaststellingen uit het inspectieverslag en beslist wat er op basis van onder andere de vaststellingen van Zorginspectie en het eigen dossier met de erkenning gebeurt.

Overzichtsrapporten

Naast het opmaken van de individuele inspectieverslagen, heeft Zorginspectie een beleidsrapport geschreven dat een globaal beeld geeft van de inspectievaststellingen.