Op 31 mei 2024 keurde de Vlaamse Regering het bestemmingsbesluit goed. Dit besluit regelt zowel de bestemmingswijziging als de modaliteiten voor het opnieuw in aanmerking komen voor een subsidie voor eerder gesubsidieerde capaciteit. Hieronder vindt u een samenvatting van de voornaamste regels.

Wat regelt het bestemmingsbesluit?

Het bestemmingsbesluit bepaalt hoe wordt omgegaan met een bestemmingswijziging van een project met een VIPA-infrastructuursubsidie en/of gewaarborgde leningen. Ook bepaalt het binnen welke termijn een aanvrager opnieuw in aanmerking kan komen voor een subsidie voor eerder gesubsidieerde capaciteit.

Voorheen bestonden hiervoor ook regels die echter verspreid zaten over verschillende besluiten en onderling soms verschilden. Het huidige besluit bundelt deze regels en biedt eenduidigheid over de sectoren heen i.v.m. wat een bestemmingswijziging inhoudt, wie hierover beslist, welke bedragen eventueel worden teruggevorderd en wanneer een nieuwe subsidie mogelijk is.

Wat valt buiten het bestemmingsbesluit?

De specifieke bestemmingsregels uit het klimaatbesluit blijven in dat besluit geregeld. Over de wijzigingen zal u later ook nog geïnformeerd worden, onder meer via actualisatie van dit document.

Verder geldt voor het instandhoudingsforfait dat het gekoppeld is aan een erkenningsnummer en zal  uitbetaald blijven zolang de erkenning blijft bestaan. Ook de toestelfinanciering loopt door voor de duur van de erkenning van de dienst waarbij het apparaat is geïnstalleerd.

Welke zijn de algemene principes van bestemming en een nieuwe subsidie?

De door het VIPA gesubsidieerde goederen moeten gedurende een vereiste bestemmingsduur vanaf de ingebruikname voor de gesubsidieerde bestemming worden ingezet. Voor onroerende goederen bedraagt die vereiste bestemmingsduur 25 jaar. Het aantal dagen dat het gesubsidieerde goed effectief zijn gesubsidieerde bestemming behoudt, is de nuttige bestemming.

Indien u de bestemming wenst te wijzigen gedurende die vereiste bestemmingsduur, dan zal u steeds toestemming dienen aan te vragen. Hierna beslist hetzij de leidend ambtenaar van het VIPA, hetzij de minister (zie verder: “Wie beslist er?”). Een bestemmingswijziging wordt gedefinieerd als onder meer: wijziging van eigenaar, bezwaring met zakelijke zekerheden, wijziging van exploitant, aanwending voor andere activiteit, leegstand, …

Verder bepaalt het bestemmingsbesluit wanneer u opnieuw voor een nieuwe subsidie in aanmerking komt. In hoofdzaak moet er twintig jaar verstreken zijn tussen de initiële ingebruikname en de toekenning van de nieuwe subsidie voor de eerder gesubsidieerde capaciteit. Hierop bestaan er een beperkt aantal uitzonderingen, waarna de eerder gesubsidieerde capaciteit toch in aanmerking komt voor subsidie. De voornaamste betreft de terugbetaling van de subsidie volgens de regels van herbestemming.

Bouwsubsidie versus recurrente subsidie?

Wie er beslist over een aanvraag (leidend ambtenaar of minister?) en wat de financiële consequenties hiervan zijn, hangt mee af van het onderscheid tussen de “bouwsubsidie” en de “recurrente subsidie”.

De bouwsubsidies worden uitbetaald gedurende de bouwperiode en voor een deel kort na de ingebruikname, op basis van facturen (klassieke subsidies, preventie agressie en klimaatsubsidies).
De recurrente subsidies daarentegen worden uitbetaald over een langere termijn gedurende de economische levensduur (gebruikstoelagen) of onbeperkt op basis van parameters (forfaits). Het betreft alle subsidies die niet als bouwsubsidie worden beschouwd: alternatieve subsidies (de gebruikstoelagen), het infrastructuurforfait voor de ouderen en de personen met een beperking en de ziekenhuisforfaits.

Wie beslist er?

Bij een herbestemming binnen de sector voor persoonsgebonden aangelegenheden waarvoor het VIPA bevoegd is (bv. herbestemming naar een LDC), kan de leidend ambtenaar beslissen. In principe wordt er voorafgaand de bestemmingswijziging beslist en dient u de aanvraag dus voorafgaand aan de bestemmingswijziging in. Een aanvraag kan enkel achteraf indien er aan het project geen door het VIPA gewaarborgde lening verbonden is (zie verder uitleg: “voorafgaand versus achteraf”).

Bij een herbestemming binnen de sector voor persoonsgebonden aangelegenheden waarvoor het VIPA niet bevoegd is (bv. herbestemming voor onderwijsdoeleinden, sociaal wonen):

  • kan de leidend ambtenaar enkel voorafgaand beslissen. In het geval van bouwsubsidies kan de leidend ambtenaar maar beslissen bij een nuttige bestemmingsduur van minimaal 15 jaar.
  • kan de minister ook achteraf beslissen, in zoverre er voor het project geen door het VIPA gewaarborgde lening is. In geval van een bouwsubsidie met een bestemming van minder dan 15 jaar, zal de minister maar gunstig kunnen beslissen na een gunstig advies van Inspectie Financiën.

In beide voorgaande gevallen, dienen de regels van terugvordering te worden toegepast zoals vermeld in het bestemmingsbesluit (zie verder: “Welke zijn de financiële consequenties bij de bestemmingswijziging?”)

Bij een herbestemming buiten de sector voor persoonsgebonden aangelegenheden (bv. permanente leegstand, commerciële verhuur, bestemming binnen het federale bevoegdheidsdomein), kan enkel de minister beslissen.  In geval van een bouwsubsidie met een nuttige bestemming van minder dan 15 jaar, kan de minister hierover enkel positief beslissen na een gunstig advies van de Inspectie van Financiën.

De aanvrager kan op eigen initiatief steeds vragen om het dossier op een strenger, hoger niveau (bv. minister of minister met advies Inspectie Financiën i.p.v. beoordeling door de leidend ambtenaar) te laten beoordelen. De noodzaak kan zich bv. voordoen als een terugbetaling subsidie niet vereist is, maar de aanvrager deze terugvordering toch wil inroepen om opnieuw in aanmerking te kunnen komen voor een nieuwe subsidie.

Voorafgaande aanvraag versus aanvraag achteraf?

Bij een project met een door het VIPA gewaarborgde lening, zal de aanvraag steeds voorafgaand de bestemmingswijziging gebeuren.

Indien er geen door het VIPA gewaarborgde lening is verbonden aan het project, is een aanvraag achteraf mogelijk indien:

  • hetzij de leidend ambtenaar beslist over herbestemming binnen de persoonsgebonden aangelegenheden waarvoor het VIPA bevoegd is;
  • hetzij de minister beslist.

De aanvraag achteraf dient binnen een termijn van twee jaar na de bestemmingswijziging te worden ingediend.

Buiten die termijn bent u sowieso volgende bedragen verschuldigd:

  • binnen de persoonsgebonden aangelegenheden waarvoor het VIPA bevoegd is: 1% van het uitbetaalde subsidiebedrag met een maximum van 10.000 euro;
  • binnen de persoonsgebonden aangelegenheden waarvoor het VIPA niet bevoegd is (bv. herbestemming als onderwijsinstelling): 2% van het uitbetaalde subsidiebedrag, met een maximum van 50.000 euro;
  • buiten de persoonsgebonden aangelegenheden (bv. commerciële aanwending of permanente leegstand): 10% van het uitbetaalde subsidiebedrag, met een maximum van 500.000 euro.

Welke zijn de financiële consequenties bij de bestemmingswijziging?

Bij een bestemmingswijziging binnen de persoonsgebonden aangelegenheden waarvoor het VIPA bevoegd is, kan de leidend ambtenaar beslissen dat:

  •  de bouwsubsidie niet, deels of in zijn geheel moet worden terugbetaald;
  •  of de recurrente subsidie niet, volledig of gedeeltelijk wordt stopgezet;
  •  en/of de waarborg (indien voorkomend) al dan niet moet worden stopgezet.

Er zal daarbij ook gekeken worden naar de nieuwe zorgvorm. Het mag immers geenszins de bedoeling zijn om via een omweg van een eerste subsidiëring van een beter vergoede zorgvorm, een goedkopere zorgvorm beter te subsidiëren dan wat in de subsidieregeling werd voorzien. Vandaar dat de leidend ambtenaar in de beslissing rekening houdt met de functionele, bouwtechnische en financiële aspecten van de nieuwe bestemming waarbij dan toch kan beslist worden om een deel van de subsidies terug te vorderen.

Bij een bestemmingswijziging binnen de persoonsgebonden aangelegenheden waarvoor het VIPA niet bevoegd is of een bestemmingswijziging buiten de persoonsgebonden aangelegenheden, worden de recurrente subsidies stopgezet, wordt de waarborg stopgezet en worden de bouwsubsidies pro rato de nog niet gelopen nuttige bestemmingsduur, berekend op dagbasis, teruggevorderd.

Indien de aanvrager hiervan een afwijking wil, kan hierover enkel gunstig beslist worden door de minister als het positief advies van de Inspectie van Financiën werd bekomen. Dit advies is ook steeds vereist voor bouwsubsidies met een nuttige bestemming van minder dan 15 jaar. Mede afhankelijk van het advies van Inspectie van Financiën, kan de terugvordering dan eventueel wel hoger liggen dan op basis van een pro rato-berekening in functie van de nog niet gelopen bestemmingsduur.

Om voor een nieuwe subsidie in aanmerking te komen, zal in de regel twintig jaar moeten verlopen zijn sinds de ingebruikname bij de eerder subsidiëring.

Er gelden een aantal uitzonderingen, die werden overgenomen uit de oude regelgeving. Sommige gelden specifiek voor bepaalde sectoren, andere zijn algemeen geldend voor alle sectoren

Specifiek, voor bepaalde sectoren, kunnen vroeger dan twintig jaar na de eerdere subsidie volgende subsidies verleend worden:

  • de klassieke subsidie voor bepaalde bijzondere uitrusting (omwille van de kortere levensduur van de bijzondere uitrusting);
  • de klassieke subsidie voor een ziekenhuisproject waarvan een bestemming wordt verder gezet binnen de persoonsgebonden aangelegenheden waarvoor het VIPA bevoegd is: hier beslist de minister rekening houdend met verschillende criteria;
  • het strategische ziekenhuisforfait voor herconditioneringswerken die noodzakelijk worden wegens gewijzigde regelgeving of wegens gewijzigde en opgelegde veiligheidsvoorschriften.

Alle sectoren kunnen vroeger dan twintig jaar opnieuw gesubsidieerd worden in geval van:

  • de verbouwingswerken omwille van gewijzigde regelgeving of veiligheidsvoorschriften;
  • brandveiligheidswerkzaamheden;
  • de  terugbetaling van de subsidies en/of beëindiging van de gewaarborgde lening(en) volgens de bestemmingsregels.

Het voordeel van een terugbetaalde subsidie bestaat er dus in dat de betrokken capaciteit weer vrijkomt voor een eventueel nieuwe subsidie.

Wanneer gaat dit besluit in?

Het besluit treedt in werking vanaf 1 augustus 2024 en geldt voor aanvragen tot bestemmingswijziging vanaf die datum. De  aanvragen vóór die datum worden afgehandeld volgens de oude bestemmingsregels.

Voor meer praktische informatie kan u terecht bij:

nico.vermeiren@vlaanderen.be: uw tel.: 0490-65 60 86

Het formulier bestemmingswijziging vindt u hier: Aanvraag voor overdracht van exploitatie en/of eigenaarschap van VIPA gesubsidieerde activa.

Meer info over het bestemmingsbesluit vindt u hieronder: