In mei 2017 startte Zorginspectie met een inspectieronde rond vrijheidsbeperkende maatregelen. Deze inspecties zijn gericht op de doelgroep van minderjarigen in de onthaal, oriëntatie en observatiecentra (OOOC's) en proeftuinen.

Alle 17 OOOC ’s en de 4 proeftuinen werden geïnspecteerd. Binnen sommige OOOC ’s en proeftuinen zijn er meerdere afdelingen. Dit maakt dat er in totaal 30 afdelingen werden geïnspecteerd, waarvan 25 afdelingen in OOOC ’s en 5 afdelingen in proeftuinen.

Een OOOC biedt kortdurende oriëntatie aan, gericht op het bepalen van een gepast hulpverleningstraject voor de jongere. Daarnaast nemen ze eveneens meer langdurige observatieopdrachten op waarin de nodige diagnostiek wordt opgemaakt. Een OOOC biedt tot slot ook onthaal. Dit wil zeggen dat kinderen en jongeren onmiddellijk worden opgevangen indien ze niet terug naar huis kunnen of indien ze niet direct voor de jeugdrechter kunnen verschijnen.

De proeftuinen zijn bijzondere initiatieven die zich richten tot specifieke doelgroepen of op bepaalde probleemsituaties. De proeftuinen zijn ontstaan vanuit de nood om minderjarige delictplegers en zeer moeilijk te begeleiden jongeren toch binnen de voorzieningen in de jeugdhulp op te vangen.

Focus van Zorginspectie

Zorginspectie is niet enkel geïnteresseerd in de uitvoeringspraktijk van vrijheidsberovende en vrijheidsbeperkende maatregelen, maar ook in het preventief beleid en het verbeterbeleid dat gevoerd wordt. De inspectievaststellingen zijn niet enkel gebaseerd op gesprekken met medewerkers, maar ook op inzage in procedures en in dossiers, op inzage van cijfergegevens en vergaderverslagen en op gesprekken met jongeren. 

Werkwijze

Zorginspectie deed een heel gerichte en concrete toets van de geleverde zorg. Dat gebeurde via een maximaal gestandaardiseerd inspectie-instrument, gebaseerd op regelgeving en (internationale) richtlijnen zoals opgenomen in ons rapport, vaste uitgangspunten en definities.

Onaangekondigde inspecties

De inspecties ter plaatse gebeurden onaangekondigd. De inspectieverslagen geven dus een momentopname weer. Ze geven een beeld van de toestand op de dag van de inspectie. Dat maakt dat sommige vaststellingen in het inspectieverslag misschien niet steeds of niet meer van toepassing zijn.

Geen uitspraken over individuele begeleiders

Zorginspectie is niet bevoegd voor de evaluatie van het individuele handelen van de individuele begeleiders: daarover vindt u dan ook geen uitspraken terug in de inspectieverslagen.

Verbeterinstrument

Een inspectieverslag is in eerste instantie een verbeterinstrument voor een voorziening. Na de detailinfo per onderwerp is op het einde van de verslagen een overzicht terug te vinden van de sterke punten en de verbeterpunten. Het is de bedoeling dat de voorziening na de inspecties concreet aan de slag gaat met de vaststellingen uit de inspectieverslagen.

Na de inspectie

Het OOOC of de proeftuin ontving het voorlopig inspectieverslag en kon erop reageren alvorens het verslag definitief werd. Deze reactie publiceert Zorginspectie niet op haar website. Op de individuele websites van de organisaties kunt u mogelijk terugvinden wat zij zelf verder willen meedelen rond de inspecties (zoals reacties, voortgang van verbeteracties of plannen van aanpak). Zorginspectie voorziet telkens een link naar de website van de organisatie in kwestie.

Jongerenwelzijn ontvangt de definitieve inspectieverslagen.

Waarom geen eindscore

Zorginspectie kende geen eindscores toe aan de voorzieningen. De kwaliteit van de begeleiding is namelijk niet in één cijfer te vatten.