Nieuw financieringsconcept voor infrastructuur in de ouderenzorg

Zoals eerder gecommuniceerd, werd er voor de sector ouderenzorg geopteerd om - in uitvoering van de resolutie van het Vlaams Parlement en in dialoog met de sector- een forfaitair systeem te ontwikkelen, binnen de beschikbare budgettaire marges. In die communicatie werd tevens vermeld dat het de bedoeling is om dit nieuw systeem in werking te laten treden in 2016.

Op vrijdag 25 maart heeft de Vlaamse Regering haar goedkeuring gehecht aan het nieuw concept voor de financiering van de infrastructuur in de sector van de ouderenzorg (woonzorgcentra en centra voor kortverblijf).* Dat concept wordt nu omgezet naar een regelgevend kader.  

Het financieringsconcept houdt in dat een voorziening per woongelegenheid die het voorwerp uitmaakte van een investering (nieuwbouw, vernieuwbouw, verbouwing) vanaf (her)ingebruikname een forfaitair bedrag kan ontvangen van 5 euro per dag. Onderhoudsinvesteringen komen daarbij niet in aanmerking. Het basisprincipe is dat de gebruiker zelf instaat voor de huisvestingskost en dat de overheid tussenkomt om de kosten te helpen dragen verbonden aan het zorggerelateerd én collectief karakter van het gebouw.

Volgende elementen zijn belangrijk:

  • Een noodzakelijke voorwaarde opdat een voorziening in aanmerking kan komen voor de forfaitaire betoelaging per woongelegenheid, is dat de woongelegenheden het voorwerp uitmaken van een bestaande exploitatie en dus erkend zijn of dat de woongelegenheden gehonoreerd werden in de erkenningskalender.
  • Het forfait zal 5 euro bedragen. Het forfait wordt aangepast aan de index, naar analogie met de andere componenten van de werkingsbetoelaging.
  • Het forfait wordt voor onbepaalde duur uitbetaald zolang de woongelegenheid effectief bewoond is. Er zal daartoe gekeken worden naar de bezettingsgraad op niveau van de voorziening.
  • Het forfait kan voor onbepaalde duur worden uitbetaald vanaf 1 januari volgend op het jaar waarin voor de desbetreffende woongelegenheden een voorlopige erkenning (opnieuw) werd verleend (= de ingebruikname).
  • Enkel de eerste keer dat het forfait wordt uitbetaald, is dit op basis van een sectoraal gemiddelde indien het bezettingscijfer voor de voorziening nog niet beschikbaar is. Vanaf de tweede uitbetaling gebeurt dit op basis van de cijfers per voorziening.  
  • De voorziening heeft de vrije keuze om al dan niet te opteren voor het forfait.
  • Een voorziening die gebruik maakt van het forfait, zal de dagprijs niet kunnen bepalen op basis van vrije prijszetting (namelijk via melding van een nieuw product onder een nieuw erkenningsnummer), noch aan de hand van verantwoorde prijszetting (namelijk via melding van een nieuw product onder een bestaand erkenningsnummer). De voorziening moet een dagprijsverhoging aanvragen waarin het forfait de dagprijsverhoging die gepaard gaat met de realisatie van een investering mildert. Indien vóór het bekomen van het forfait,  al een dagprijsverhoging werd doorgevoerd zonder verrekening van het forfait, zal voor de forfaitgerechtigde woongelegenheden nadien een dagprijsverlaging ten bedrage van het forfait dienen toegepast te worden. Het forfait komt hierdoor steeds via de voorziening terecht bij de gebruiker.

Uw voorziening heeft vóór 31/12/2014 een technisch-financieel plan bij VIPA ingediend.

Graag verneemt VIPA of de investering die het voorwerp uitmaakt van uw aanvraag al gerealiseerd werd. Zo niet, verneemt VIPA graag of uw voorziening de intentie heeft om de investering effectief te realiseren rekening houdend met de componenten van het nieuw financieringssysteem zoals opgenomen in deze communicatie.

Nadat de Vlaamse Regering zich uitgesproken heeft over het regelgevend kader zal het VIPA u berichten of u de werken kan aanvatten.

Daarbij dient u vanzelfsprekend minimaal de geldende erkenningsvoorwaarden voor infrastructuur te respecteren zoals opgenomen in Besluit van de Vlaamse Regering 24/07/2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers.

VIPA vestigt er ook graag de aandacht op dat nieuwe erkenningsvoorwaarden voor infrastructuur zijn uitgewerkt en de omzetting ervan in regelgeving momenteel bezig is.

De nieuwe erkenningsvoorwaarden voor infrastructuur (zie www.vipa.be, publicatie week 18 april) zullen van toepassing zijn op nog te ontwerpen voorzieningen, capaciteitsuitbreidingen van voorzieningen of verbouwingen. Met ‘nog te ontwerpen voorzieningen, capaciteitsuitbreidingen van voorzieningen of verbouwingen’ wordt bedoeld: alle te bouwen of te verbouwen woonzorgcentra en centra voor kortverblijf of delen ervan waarvoor op datum van inwerkingtreding van het nieuw regelgevend kader m.b.t. de infrastructuurnormen nog geen stedenbouwkundige vergunning voor de geplande bouwwerkzaamheden is aangevraagd.

 

* De lokalen en regionale dienstencentra, evenals de dagverzorgingscentra worden voortaan terug betoelaagd via de vereenvoudigde, klassieke VIPA-procedure.

Categorie: 
VIPA - financiering