Gezondheid en de sfeer in het gezin

Gezondheid

Drie vierde van de ouders geeft aan een goede tot zeer goede gezondheid te hebben, vaders wat vaker dan moeders. Een kwart van de ouders (25,3%) rapporteert een minder goede gezondheid. Bij toenemende leeftijd blijkt de gezondheid minder vaak goed. Zo geeft 84,3% van de ouders jonger dan 35 jaar aan een goede gezondheid te hebben tegenover 66,5% van de ouders die 55 jaar of ouder zijn.

Een vijfde van de ouders (22,6%) geeft aan een langdurige ziekte of aandoening (gezondheidsprobleem) te hebben. Vrouwen geven wat vaker dan mannen aan dat ze een langdurige beperking hebben omwille van een gezondheidsprobleem.

Een minder gunstige gezondheidsbeleving en een langdurige ziekte zien we verder ook bij:

  • alleenstaande ouders,
  • oudere ouders,
  • ouders met een lager opleidingsniveau,
  • ouders met een lager gezinsinkomen,
  • ouders die in subjectieve armoede leven
  • en ouders met een minder intensieve tewerkstelling.

Psychisch welzijn

Zeven op de tien ouders voelt zich altijd of meestal levenslustig of gelukkig. Voor het item ‘zich energiek voelen’ is het resultaat minder rooskleurig. Zo geeft slechts iets meer dan de helft van de ouders (54,8%) aan dat ze zich altijd of meestal energiek voelen. 26,0% van de ouders geeft aan zich altijd of meestal moe te voelen.

De gemiddelde score voor vitaliteit (de mate waarin men zich energiek dan wel vermoeid voelt weergegeven in een cijfer van 0 tot 100) nam af van 62,7 in 2016 tot 58,9 in 2021. Ook voor de psychische gezondheid die peilt naar gevoelens van de pressie en angst is er een (weliswaar lichtere) daling van 69,9 in 2016 tot 68,7 in 2021.

Wie laat een verminderde vitaliteit optekenen?

  • moeders
  • jongere ouders en gezinnen met kleine kinderen
  • laag opgeleide ouders
  • ouder die minder werken
  • gezinnen met een laag inkomen en gezinnen die aangeven dat het moeilijk tot zeer moeilijk is om te kunnen rondkomen met het gezinsinkomen
  • alleenstaande ouders

Er bestaat een verband tussen gezondheid en het psychisch welzijn van ouders. Ouders die hun gezondheid als goed (63,2) omschrijven hebben een hogere vitaliteitscore dan ouders die hun gezondheid als slecht (46,3) omschrijven. Ook de score voor psychische gezondheid is gunstiger voor ouders met een goede gezondheid (72,4) dan voor ouders met een slechte gezondheid (57,7).

De sfeer in het gezin

De sfeer in het gezin (ook wel het gezinsfunctioneren genoemd) blijft met een gemiddelde score van 79,2 op 100 hetzelfde als in 2016.

  • Jongere ouders en ouders met kleine kinderen rapporteren een beter gezinsfunctioneren dan ouders in de leeftijdsgroep van 45-54 jaar of ouders met oudere kinderen.
  • Ouders met een niet-EU+-herkomst scoren wat lager dan ouders met een andere herkomst.
  • Voltijds werkenden laten een hogere score noteren vergeleken met ouders die minder werken.
  • Ouders met een lager gezinsinkomen en ouders die aangeven moeilijk tot zeer moeilijk te kunnen rondkomen met het gezinsinkomen scoren gemiddeld lager op gezinsfunctioneren dan andere gezinnen.

Er bestaat opnieuw een verband tussen de gezondheidskenmerken en een goed gezinsfunctioneren. Ouders die een goede gezondheidsbeleving hebben, hebben een beter gezinsfunctioneren (81,1). Ouders met een langdurige gezondheidsbeperking rapporteren een minder goed gezinsfunctioneren (75,4) in vergelijking met ouders zonder langdurige gezondheidsbeperkingen (79,9).

Impact corona

Welke impact had corona op de sfeer in het gezin? 67,4% ervaart een even goede sfeer in het gezin en 17,9% ervaart een minder goede gezinssfeer.

  • In vergelijking met mannen geven vrouwen wel vaker aan dat hun welbevinden omwille van de coronapandemie minder goed is.
  • Ook ouders jonger dan 35 rapporteren een minder goed welbevinden.
  • Bij alleenstaande ouders blijkt de negatieve impact van corona op hun welbevinden groter. Ze geven het minst vaak aan dat hun welbevinden ’even goed’ is en het vaakst aan dat hun welbevinden ‘minder goed’ is.